Nieuwsitem van 04-11-2014
'Sporen van' etikettering beleid of risico?
In de UK is van juli 2012 tot maart 2013 een brede selectie van producten, met en zonder allergenenwaarschuwing, onderzocht op de aanwezigheid van bepaalde allergenen. Deze allergenen waren melk, pinda, hazelnoot en gluten.
Onderzochte producten waren zowel huismerken van retailers als A-merken.
In deze studie is een lager percentage niet-geëtiketteerde kruisbesmetting aangetoond dan vergelijkbare studies in andere landen. Allergenen die niet gebruikt waren als ingrediënt werden aangetroffen in verschillende producten met en zonder waarschuwing. Hazelnoot en pinda werden niet aangetroffen in producten waarop geen allergenenwaarschuwing stond. Melk en gluten daarentegen wel.
Allergeen | % positief | % positief zonder waarschuwing | % negatief met waarschuwing |
---|---|---|---|
Melk | 8,2% (max. 4400 ppm) | 2,1% | 18% |
Gluten | 6,1% (max. 210 ppm) | 3,3% | 19% |
Hazelnoot | 2,9% (max. 170 ppm) | 0% | 44% |
Pinda | 0,21% (max. 11 ppm) | 0% | 45% |
Pinda wordt in een beperkt aantal productcategorieën aangetroffen. Hazelnoot in meer en gluten en melk in de meeste productcategorieën. Bovendien ook in hogere concentraties. In chocolade zijn melkconcentraties tot 4400 ppm gevonden. Melk en glutenbevattende ingrediënten worden in vele producten verwerkt en zijn dus vaak aanwezig in het productieproces. Een kruisbesmetting met melk en gluten treedt dus vaker op, leidt tot hogere besmettingen, terwijl minder producten een waarschuwend etiket dragen!
Er worden uiteenlopende bewoordingen gebruikt om te waarschuwen voor de mogelijke aanwezigheid van een allergeen. De bewoording van de waarschuwing stond niet in relatie met het gevonden gehalte van het allergeen.
De samenstellers van het rapport zijn erg voorzichtig en durven geen conclusies te trekken. Allergenen Consultancy is van mening dat de verschillen tussen de etikettering van de mogelijke aanwezigheid van noten en pinda en de beperkte detectie daarvan ten opzichte van gluten en melk vooral te maken hebben met de huidige beleidskeuzes. Noten en pinda worden als hoog risico-allergeen gezien waarvoor gewaarschuwd mag worden (of zelfs moet ondanks het ontbreken van een reëel risico). Uit het hoge percentage (44-45%) producten met een waarschuwing voor noten en pinda, zonder dat het allergeen wordt aangetroffen, blijkt dat deze waarschuwing vaak onnodig wordt gebruikt. Voor gluten en melk wordt meestal geen waarschuwing geplaatst, ondanks dat wél een risico aanwezig kan zijn.
Het gebruik van een allergenenwaarschuwing moet gerelateerd zijn aan een risico, niet aan beleid. Voor een objectieve risico-inschatting kan de VITAL systematiek gebruikt worden.
Bron: FSA