Nieuwsitem van 03-04-2010
Pinda-allergie in Nederland toegenomen
Tussen 1995 en 2007 is in Nederland het aantal volwassen mensen dat allergisch is voor pinda’s toegenomen. Voedselallergie voor koemelk en ei is niet toegenomen.
Dit blijkt uit onderzoek van het RIVM uitgevoerd in opdracht van de Voedsel en Warenautoriteit (VWA).
In het onderzoek zijn IgE-antistoffen tegen pinda, melk of ei in het bloed gemeten. Wanneer hogere gehaltes antistoffen in het bloed worden aangetroffen wordt dit sensibilisatie genoemd. Het betekent niet dat er ook daadwerkelijk allergische klachten optreden. Ongeveer 30 tot 60% van de gesensibiliseerde personen heeft allergische klachten. In westerse landen zijn in de jaren tachtig en negentig van de vorige eeuw allergische aandoeningen zoals astma en eczeem sterk toegenomen.
Enkele studies tonen aan dat voedselallergie voor pinda ook aan het toenemen is. Het is echter nog niet bekend welke genetische en omgevingsfactoren deze toename kunnen verklaren. Verder valt op dat melkallergie vooral voorkomt bij kleine kinderen. Bijna 20% van de kinderen in de leeftijd van 0-4 jaar heeft antistoffen tegen melk. Dit percentage daalt tot ca. 5% bij volwassenen. Deze forse daling naar mate men ouder is, is bij kippenei-allergie niet zichtbaar. Het percentage mensen waarbij antistoffen tegen kippenei worden gevonden ligt per leeftijdscategorie tussen 1-6%. Bij pinda-allergie ligt de piek in het aantal gesensibiliseerde personen bij 19 tot 40 jaar. Bij kinderen is het percentage gelijk gebleven. Wel zijn bij meer kinderen hogere gehaltes antistoffen tegen pinda aangetoond.