Nieuwsitem van 23-06-2022

Internationale ontwikkelingen allergenen risicobeoordeling en PAL

Er is geen wetgeving voor risicobeoordeling van kruisbesmetting met allergenen. Overheden en bedrijven gaan hier op verschillende manieren mee om. Zo hebben een aantal landen grenzen vastgesteld, soms gebaseerd op de VITAL waarden, maar niet altijd. Door andere veiligheidskeuzes en aanpak liggen de gehanteerde waarden soms behoorlijk uiteen. Niet alleen het toepassen van veilige grenzen verschilt, maar ook wat gedaan moet worden als een risico is vastgesteld.

De insteek van de Engelse overheid, waarbij etikettering inclusief Precautionary Allergen Labelling (PAL, ook wel allergenenwaarschuwing genoemd) als risicocommunicatie wordt gezien, staat bijvoorbeeld haaks op het officiële standpunt van de Nederlandse overheid. In het handboek Etikettering (hoofdstuk 8.9) wordt aangegeven dat PAL geen wettelijke status heeft. Producten die een allergeen bevatten boven de Nederlandse referentiedosis, ongeacht of dit met of zonder PAL is, moeten van de markt gehaald worden. Een gemeenschappelijke aanpak is echter pas te verwachten als (Europese) wetgeving vastgesteld wordt. Harmonisatie via Codex Alimentarius lijkt gelukkig in aantocht te zijn. Hierbij is advies gevraagd aan een Expertgroep FAO/ WHO.

Codex Alimentarius en FAO/WHO

Bij internationale harmonisatie van wetgeving is een belangrijke rol weggelegd voor Codex Alimentarius. Hier worden internationale normen voor voedselproducten ontwikkeld, op basis waarvan wetgeving in afzonderlijke landen of in Europa wordt vastgesteld. In 2019 is gestart met een grondige revisie van de General Standard for the Labelling of Prepackaged Foods. Deze standaard is circa twintig jaar geleden de basis geweest voor het introduceren van allergenenwetgeving wereldwijd. Codex heeft advies gevraagd aan een expertgroep van FAO/WHO voor:

  1. Vaststellen van prioriteitsallergenen
  2. Vaststellen drempelwaarden en referentiedoses
  3. Richtlijnen voor het gebruik van PAL

De samenvattingen van deze adviezen zijn ondertussen gepubliceerd en worden hieronder toegelicht.

Aanpassing allergenenlijst/ prioriteitsallergenen

Van de huidige 14 EU-allergenen worden soja, selderij, mosterd, lupine en haver niet als prioriteitsallergeen aangemerkt door de expertgroep. Dat betekent niet er geen mensen zijn met een allergie daarvoor, maar dat onder andere de ernst en frequentie als beperkt worden ingeschaald. Voor het allergeen weekdieren is te weinig data beschikbaar om een uitspraak te doen. Dit kan gevolgen hebben, zoals het schrappen van allergenen van de lijst, hoewel vooral soja nog discussie oplevert.
Daarnaast worden ook enkele stoffen als opkomend allergeen bestempeld. De ‘watch list’ omvat onder andere peulvruchten(erwt), insecten en kiwi.

Referentiedoses

In deel 2 van het advies zijn reference doses (RfD) vastgesteld. Een RfD is de hoeveelheid allergeen eiwit dat als veilig gezien wordt. Omdat niet alle huidige allergenen als prioriteitsallergeen zijn benoemd, ontbreken enkele waarden.
Niet elke allergische persoon is even gevoelig. Provocatie- en blootstellingtesten, die de basis van deze doses vormen, leveren daarom een dosis-response-curve op. Bij kleinere hoeveelheden reageren minder mensen dan bij grotere hoeveelheden allergeen. Ook zijn de reacties over het algemeen minder heftig dan bij hogere dosering. Uiteindelijk wordt een veiligheidskeuze gemaakt door een grens te trekken. Deze grens wordt Eliciting Dose (ED) genoemd. Bij ED01 zal 1 procent van de allergische mensen reageren, bij ED05 is dat 5 procent. De expertgroep heeft vastgesteld dat bij ED05 weliswaar bij iets meer mensen een reactie optreedt, maar dat dit geen toename in ernstige reacties inhoudt. Daarmee kan ED05 als veilig beschouwd worden. 

Blootstelling allergenen
Dose-response curve van pinda (in mg pinda-eiwit). De rode lijn geeft deze curve aan, die gebaseerd is op afzonderlijke patiënten en studies. In de uitsnede is te zien bij welke hoeveelheid (Eliciting Dose - ED) een reactie bij 1%, 5% of 10% van de pinda-allergische mensen wordt verwacht.
Gebaseerd op Remington et al, 2020.
Waarden in mg allergeen eiwit
(dus geen concentratie of ppm)

NVWA reference dose 2016

Ingetrokken per 1-1-2024
FAVV referentie dosissen 2022 FAVV referentie dosissen 2017 VITAL 3.0 FAO/ WHO (Codex)
Nuts sub 1: Almonds   1 0,5 0,1 1
Nuts sub 1: Brazil nuts   1 0,5 0,1  
Nuts sub 1: Hazelnuts 0,011 3 0,5 0,1 3
Nuts sub 1: Macadamia or Queensland nuts   1 0,5 0,1  
Nuts sub 2: Cashews 1,4 1 0,6 0,05 1
Nuts sub 2: Pistachio nuts   1 0,5 0,05 1
Nuts sub 3: Pecan nuts   1 0,5 0,03 1
Nuts sub 3: Walnuts   1 0,5 0,03 1
Wheat 0,14 5 1,3 0,7 5
Egg 0,0043 2 0,3 0,2 2
Shrimps 3,7 200 12,1 25  200
Fish   5   1,3 5
Milk 0,016 2 1,2 0,2 2
Peanut 0,015 2 1,1 0,2 2
Sesame 0,1 2 0,4 0,1 2
Soy 0,078 5 2,9 0,5  
Lupin 0,83 5 4,5 2,6  
Mustard 0,022 1 0,1 0,05  
Celery/Celeriac   1   0,05  
Molluscs    200      

 

Precautionary Allergen Labelling - PAL

Het laatste deel van het advies omvat toelichting op gebruik van de reference doses. Pas na het nemen van preventieve maatregelen én bij overschrijding van de RfD wordt een PAL gebruikt, daaronder niet. Een PAL moet niet te weinig, maar zeker niet te vaak gebruikt worden! Dit deel van het advies is helder.
Er zijn echter ook onverwachte adviezen. Zo wordt aangegeven dat een risicobeoordeling en PAL ook nodig is voor niet-voorverpakte producten (zoals op de versafdeling in de supermarkt, bij speciaalzaken en in de horeca). Er zijn vraagtekens te plaatsen bij de praktische haalbaarheid en te verwachten (negatieve) bijeffecten. Een omgekeerde inspanning zou hier meer voor de hand liggen: niet bij elk gerecht of product rekening houden met kruisbesmetting of een algemene allergenenwaarschuwing op de menukaart, maar rekening houden met kruisbesmetting op aanvraag van de gast.
Ook het symbool dat fabrikanten op het etiket zouden moeten zetten, bij het toepassen van een risicobeoordeling, is opmerkelijk. Dit neigt naar een privaat (certificatie)systeem, terwijl door Codex-richtlijnen juist bij voorkeur een wettelijk kader geschapen wordt. Inclusief onafhankelijk toezicht.

Tijdslijn Codex

Nu de FAO/WHO-adviezen gepubliceerd zijn, kan dit besproken worden in de Codex-werkgroepen. De volgende vergadering is in mei 2023. In de tussentijd, totdat de Standard is aangepast en naar verwachting daaropvolgend ook (Europese) wetgeving, wordt de informatie uit de adviezen al toegepast.

Toepassing adviezen

De Belgische overheid heeft in juni 2022 hun referentiedosissen aangepast. Ze zijn nu in lijn met de adviezen uit deel 2 van het advies van de FAO/ WHO Expertgroep. De nieuwe reference doses van de FAVV en FAO/ WHO worden verwerkt in onze Allergen Risk Calculator. Er zal medio oktober een nieuwe versie uitkomen.
Vlak na België heeft ook Zweden een handleiding gepubliceerd hoe referentiedosissen gebruikt moeten worden in een allergenen risicobeoordeling. Hierbij zijn ook de FAO/ WHO reference doses opgenomen. Helaas wordt geen advies gegeven over een veiligheidskeuze (EDp) in de veelheid van Eliciting Doses die gepresenteerd worden in het document. Ook ontbreken conclusies en acties die ondernomen moeten worden bij het vaststellen van een risico (zoals bijvoorbeeld een PAL).

Bronnen:

Gebaseerd op artikel verschenen in VMT 6 - 2022

Contact opnemen VITAL